Review Openluchtmuseum – 30 december 2023
Door Betsie
De dag voor Oudjaar is uiteraard dé dag om op stap te gaan naar het Openluchtmuseum in Arnhem. Tenminste, als je van onmeunige drukte houdt. Wat zegt u, u meent zich te herinneren dat ik dat tegenwoordig niet zo best trek?
Dat klopt.
Vijf minuten ‘winterkermis’, inclusief suikerspinlucht en oliebollengeur, en mijn quotum prikkels voor de dag had ik al zo’n beetje verbruikt. Vergeet de eveneens onmeunige hoeveelheid enthousiaste kinderen niet.
Maar toch.
Ik had er afgesproken met een groepje vrouwen. Gewoon, gezellig, met elkaar door het museum zwalken, beetje ouwehoeren, beetje eten, beetje drinken. Nog meer ouwehoeren. En als de een even toch wat anders wilde, of de ander het een nóg een keer; het was allemaal best.
Met een van de vrouwen, Astrid, raakte ik al snel in gesprek over de grote (ik wil niet weer zeggen: onmeunige) hoeveelheid interessante, en interessant ingerichte huisjes. We merkten dat we er net iets meer van wilden zien dan de rest van de groep.
Dus we maakten een extra lusje, waarbij we wel op moesten letten, want niet alleen de huisjes waren interessant, ook de verhalen die we in rap tempo deelden met elkaar. Je mist dan hier en daar toch wat van de attracties…al stopte Astrid wel op tijd bij het kraampje waar je levertraan kon proeven. ‘Doe jij maar,’ zei ik en ik knikte er bemoedigend bij.
In een kerkje aan het einde van ‘ons lusje’ zou een koor gaan zingen. Ik twijfelde. Want: het was bijna drie uur en ik wilde nog even langs mijn moeder, zo’n drie kwartier zuidelijker nog. En dan weer op naar huus, naar het hoge noorden. Maar ja. Het was wél een koortje. En er waren kerstliedjes. En weer een dirigent.
En dus schoven we in een bankje. Aan de linkerkant. ‘Oh ja, de dirigent,’ zei Astrid. En het moet gezegd, ‘vanaf links’ was het zicht weids en het klonk allemaal reuzeleuk. De dirigent zwaaide af en toe enthousiast met haar blokfluit en twee van de tenoren bladerden al even enthousiast zoekend naar de juiste pagina in hun liedboek.
‘En,’ vroeg Astrid na afloop, ‘wat vond je van haar?’ Ik schudde zacht van nee. Ze deed het leuk, maar het was geen nummer één, al ligt mijn lat wellicht wat hoog, waar het om dirigenten gaat. En gelukkig deed het niks af aan het uitje zelf en de prachtige ontmoeting die ontstond. Daar had ik wel een middagje onmeunige drukte en enthousiast gezwaai met een blokfluit voor over.