Portret: Flora
Ik ben Flora (32 jaar) en woon in Haaren (regio Den Bosch). Ik ben van origine opgeleid als componist (Conservatorium van Amsterdam), maar ben daarna ernstig ziek geworden. De zorg heeft het probleem steeds erger gemaakt, door steeds de verkeerde zorg te geven. Ik heb uiteindelijk met extreem veel moeite me autodidact kunnen verdiepen in geneeskunde om het probleem op te lossen. Nu probeer ik om werken op te bouwen (wat me erg moeilijk wordt gemaakt door de gemeente die mijn uitkering verstrekt). Ik heb twee hele schattige katten, Sam en Eefje. Ik heb vier hele stoute kippen (een soort mini-dino’s): Ineke, Tineke, Lisa en Laila. En natuurlijk de kwartels Babette en Brigitte (en ja, zij is vernoemd naar Brigitte Kaandorp).
1- Wat vind je het belangrijkste in jouw leven en hoe steek je daar tijd en energie in?
Als je ernstig ziek bent geweest, wordt gezondheid het belangrijkste wat bestaat. Je hebt geen andere keus, gezondheid gaat ineens boven alles. Zonder gezondheid kun je nou eenmaal niks (in mijn geval). Doordat de zorg mij continue verkeerde zorg heeft gegeven, werd ik gedwongen om me zelf te verdiepen in geneeskunde. Hierdoor is geneeskunde gedwongen t meest belangrijke in mijn leven. Maar is t echt t belangrijkste voor mij?
Ik ben van origine componist. Of kunstenaar. Op het moment dat ik in rustiger vaarwater ben wat betreft de gezondheid, neig ik te pauzeren van geneeskunde en verder te schrijven aan mijn album, aan de boeken die ik schrijf, aan de kleding en accessoires die ik maak. Ik ben een maker, dat gaat vanzelf, en dat is dus belangrijk voor mij. Maar is dat allemaal echt t belangrijkste?
Uiteindelijk is t belangrijkste in mijn leven sociaal contact. En dit is nou net iets wat ik vrij weinig heb nu. De meeste dagen zit ik alleen thuis met alleen Whatsapp-contacten. Niet echt iets voor mij. Ik kan niet zomaar overal heen omdat ’t te duur is of lichamelijk te zwaar nog. Nieuwe contacten komen niet zomaar aanwaaien. Dus eigenlijk wat het belangrijkste is in mijn leven, daar kan ik niet genoeg tijd en energie in steken, omdat ik op dit punt te arm ben, in de breedste zin van het woord. Daarom probeer ik mensen naar mij toe te krijgen, door dingen te organiseren.
2- Welk compliment,dat je ooit hebt gekregen, is jou het meest bijgebleven en waarom is dat?
Als je een maker bent, en je hebt iets gemaakt, dan neig je dit meteen *flats* te laten zien aan de mensen die je kent. Die vervolgens netjes antwoorden met “wauw, fantastisch!” (De meeste mensen durven niet echt eerlijk te zijn denk ik zo). Ik denk dat daarom complimenten een beetje langs me heen kunnen waaien. Maar waar ik vooral aan moet denken is wat mijn zenmeester deed, toen ik hem kende. Ik had hem verteld dat ik componist was, en dat vond hij erg interessant. Als ik een concert of expositie had, kwam hij langs om te kijken, en daarvan te genieten. Maar ook gingen we af en toe gewoon wat wandelen door de stad en het Vondelpark (ik woonde toentertijd in Amsterdam). Dan kletsen we over alles en niets. Hij wilde altijd graag weten wat ik te vertellen had. Ik weet niet in hoeverre hij mijn werk echt goed vond, maar puur het feit dat hij ervoor koos om zijn tijd aan mij of met mij te besteden, ik denk dat dat het grootste compliment is wat je uiteindelijk kunt krijgen. Dat iemand zoveel waarde in jou ziet. Helaas is hij al weer een hele tijd overleden.
3- Welke docent/leraar is jou het meeste bijgebleven en waarom is dat?
Ik heb op de middelbare school tweetalig VWO gedaan, met allerlei extra vakken en versnellingen. School vond ik veel te saai. Voor theoretische kennis neigde ik altijd een 10 te halen. Een kwestie van een boekje uit je hoofd leren en neerpennen op het toets-papier zoals de docent t graag las. Maar na de middelbare school kwam ik op ’t conservatorium terecht, en moest ik ineens een aantal hele praktische vakken leren, zoals solfège (noten lezen en schrijven) en pianoles. Ik kon dit absoluut niet, en na ’t eerste jaar was ik gezakt voor solfège. Vanaf het tweede jaar kwam er bijvak piano bij. Ik kon dit al helemaal niet. Ik hoorde die docenten continue roepen: “dit moet je oefenen, je moet oefenen, oe-fen-en!! Ik snapte er helemaal niks van en heb uiteindelijk mijn pianodocent het gewoon gevraagd, omdat het zo’n lieve zachtaardige man was.
“Wat moet je dan doen als je gaat oefenen?”
Hij heeft ’t me stap voor stap uitgelegd.
“Eerst met één hand, heel erg langzaam, zodat je ’t kunt, en dan steeds iets sneller. Hetzelfde met je andere hand. En dan samen, maar heel erg langzaam beginnen, dat je ’t kunt, en dan steeds iets sneller. En dat elke dag even oefenen, tien minuten is genoeg. Beter elke dag tien minuten dan één keer per week een uur.”
Ik ben die uitleg nooit vergeten. Dankzij deze vent heb ik geleerd wat oefenen inhoudt; ik had dit nog nooit gedaan namelijk. Dit was niet vanzelfsprekend voor mij. Die theoretische stof onthouden en daar wat over schrijven was ik wel gewend. Ik had ook gewoon een fotografisch geheugen, dus dan is ’t wat makkelijker. Maar pianospelen leer je niet door te onthouden wat op ’t papier staat, dat moet je oefenen. Dankzij deze vent heb ik naast pianospelen en solfège ook allerlei andere instrumenten leren bespelen, maar ook bijvoorbeeld Nederlandse Gebarentaal kunnen leren. Beetje gek verhaal misschien, maar ik ben heel blij dat hij me dit geleerd heeft. Niemand had eerder de moeite genomen om dit uit te leggen en ik had ’t aan anderen niet durven vragen, denk ik. Van zo’n les heb je je hele leven profijt. En ’t kostte die man maar vijf minuten.
Mijn opvolgster: Raven
Groetjes,
Flora
augustus 2023
{eigen foto}
Benieuwd naar andere portretten? Lees ze hier!